Levensbeschouwing thomas van Aquino

Vragen die bij thomas van aquino horen.

16 cards   |   Total Attempts: 188
  

Cards In This Set

Front Back
Van wanneer tot wanneer leefde Thomas van Aquino?
1224 – 1274.
Wanneer en door welke paus werd Thomas van Aquino heilig verklaard?
Op 18 juli 1323 werd Thomas door paus Johannes XXII heilig verklaard.
Het actieve leven van Thomas van Aquino viel samen met een periode van culturele en intellectuele bloei. Twee ontwikkelingen staan hierin centraal. Welke twee ontwikkelingen en werk deze samenvattend uit.
  1. Is de 13de eeuw de tijd waarin in Europa de universiteit als instelling ontstaat en tot bloei komt. Een groot deel van Thomas’ werkzaamheden als magister in de theologie speelde zich af aan de universiteit van Parijs, het intellectuele centrum van het Latijnse westen. Het is in deze tijd dat de theologie zich voor het eerst ontwikkelt als een wetenschap die beoefend wordt binnen een universitaire setting met gebruikmaking van specifiek rationele methodes en procedures.
  2. Het bekend worden van de gehele filosofie van Aristoteles: pas in de loop van de 13de eeuw uit het Arabisch in het Latijn vertaald. Hiervan ging een grote stimulans uit zowel voor de ontwikkeling van een zelfstandig wijsgerig denken als voor de wijsgerige vorming van het theologische denken. Aan het filosofisch toegankelijk maken van het werk van Aristoteles heeft Thomas veel bijgedragen.
Wat is een “Summa”? Illustreer je antwoord met een voorbeeld van een “Summa”.
Een Summa is een middeleeuwse synthese binnen een bepaalde tak van de toenmalige wetenschap. Het is een van de karakteristieke publicatievormen van de scholastiek. In een Summa probeerde een auteur een totaalvisie op een vakgebied als de theologie, filosofie of het canoniek recht te ontwikkelen.
Wat is het hoofdwerk van Thomas van Aquino? Waar gaat dit hoofdwerk over en uit welke drie delen is dit boek opgebouwd?
Het hoofdwerk van Thomas is de Summa Theologiae: een systematische uiteenzetting van de hele christelijke theologie in drie delen.
  1. Het eerste daarvan is gewijd aan God en het ontstaan van alle schepselen door God.
  2. Het tweede gaat over de mens voor zover zijn leven en handelen gericht is op God als uiteindelijk doel.
  3. Het derde deel gaat over Christus, wiens verlossingswerk voor de mens de toegang heeft geopend tot het eeuwige heil in God.
Thomas van Aquino schreef “Summa contra Gentiles”, waar gaat dit werk van Thomas over?
Een werk waarin Thomas met rationele argumenten de waarheid van het christelijk geloof uiteenzet, en verdedigt tegen afwijkende opvattingen van de heidense=niet christelijke filosofie.
Behalve summa's heeft Thomas ook vele zogenaamde “quaestiones disputatae” op zijn naam staan. Wat zijn “quaestiones disputatae”.
Schriftelijke weergaven van universitaire colloquia over theologische kwesties. Disputare: één van de taken van de magister die bestond in een openbare discussie samen met studenten en collega’s over een stelling waarbij alle aangevoerde pro’s en contra’s uitvoerig besproken werden.
Hoe verklaart Thomas van Aquino het begrip “eerste filosofie/metafysica”?
De tak van filosofie die nadenkt over de eerste werkelijkheden, over de onveranderlijke en eeuwige dingen waar de veranderlijke wereld in tijd en ruimte van afhangt. De metafysica biedt voor Thomas de weg om via de rede tot kennis te komen van het bestaan van God en van zijn natuur.
Leg uit dat de metafysica in de theologie van Thomas van Aquino nauw verbonden is met zijn godsbewijzen.
Voor een goed begrip van het godsbewijs is het belangrijk te weten dat het motief van een dergelijk bewijs niet gelegen is in een persoonlijk ervaren twijfel aan het bestaan van God, noch in de behoefte het eigen geloof in God rationeel te verdedigen tegen hen die niet geloofden. De godsbewijzen die Thomas ontwikkelt geven de weg aan waarlangs men de uitspraak “God is” redelijk kan bevestigen.
Wie is “God” volgens Thomas van Aquino?
God is de naam van een “absolute” eeuwige en onveranderlijke, die de eerste oorzaak is van al wat bestaat.
Hoe probeert Thomas van Aquino het bestaan van God te bevestigen? (Leg in de verband de begrippen “prima causa” en “primum ens” uit).
Voor ons kan het bestaan van God alleen bevestigd worden op grond van iets anders dat ons wel gegeven is, namelijk de eindige werkelijkheid van tijd en ruimte. De eindige werkelijkheid zoals die ons in de ervaring gegeven is verwijst naar een eerste oorzaak= prima causa of een eerste zijnde= primum ens waar al wat bestaat van afhangt.
Wat is het verschil tussen God en de geschapen werkelijkheid en welke metafysische bepaling, conclusie trekt Thomas van Aquino hieruit?
Het onderscheid tussen God en de geschapen werkelijkheid is hierin gelegen dat ieder schepsel op eindige wijze deel heeft aan het zijn, en daarom een beperkte realiteit is, terwijl God op oneindige wijze zijn heeft.Gevolg: dat God niet zozeer “zijn” heeft maar het Zijn zelf is. Hij bezit de volmaaktheid van het zijn zonder enige beperking of begrenzing.
Hoe illustreert Thomas van Aquino zijn ‘gelijk’ aan de hand van de bijbel?
Deze matafyische bepaling van God ziet Thomas bevestigd in het Bijbelboek Exodus, waar God zich aan Mozes bij de brandende braamstruik bekend maakt onder de naam “Hij die is” Thomas leest deze naamsopenbaring van God als een aanduiding dat het wezen van God bestaat in het Zijn.
Thomas van Aquino volgt het mensbeeld van Aristoteles i.t.t. het mensbeeld van Plato. Wat is het verschil tussen het mensbeeld van Aristoteles en het mensbeeld van Plato?
Aristoteles begrijpt de mens als een wezenlijke eenheid van lichaam en ziel. Dit i.t.t. Plato: dualisme: scheiding van lichaam en geest/ziel.Ziel en lichaam kunnen niet los van hun verbinding in de mens bestaan. De mens is een eenheid van ziel en lichaam.
Naast dat Thomas van Aquino zich positief verhoudt tot het mensbeeld van Aristoteles zijn er echter ook accent verschillen. Leg dit uit aan de hand van:
  • de eeuwigheidsbestemming van de rationele ziel en
  • het verstand dat de mens capax dei maakt
Meer dan Aristoteles houdt Thomas eraan vast dat de menselijke ziel iets geestelijks heeft, en in haar eenheid met het lichaam iets zelfstandigs houdt dat het lichamelijke overstijgt. De rationele ziel is wezenlijk onvergankelijk en onstoffelijk, heeft een eeuwigheidbestemming.De geestelijke aard van de ziel blijkt uit twee vermogens: verstand en wil. Het verstand is het meest karakteristieke vermogen van de mens. Verstand wil zeggen dat de mens open staat voor de waarheid van de dingen en in staat is om tot objectieve kennis van de werkelijkheid en zichzelf te komen. Het is ook het verstand dat de mens capax Dei maakt: in staat is zich in vrijheid tot God te wenden en God te kennen.