Interne - Casus 11/11 - Gastro-enteritis

32 cards   |   Total Attempts: 188
  

Related Flashcards

Cards In This Set

Front Back
Effect alkalose op calciumspiegel
Bij alkalose komen H+ ionen van albumines vrij --> meer calcium bindt aan de albumines --> hypocalciemie
Laag albumine: oorzaken? 2
- wanneer krijg je oedeem bij laag albumine (waarde)?
Oorzaken laag albumine: weinig intake, acute fase reactie
- oedeem bij waardes <10 (normaal: 35-55)
Waarom krijg je een trombocytose bij acute fase reactie?
Door trombopoietine, een acute fase eiwit dat trombocyten aanmaak stimuleert
Welke glucose waarden duiden op diabetes (niet/wel nuchter)?
Niet nuchter: waarde boven de 11 mmol/L
Nuchter: waarde boven de 6 mmol/L
DD acute diarree (6) + verwekkers
1) voedselvergiftiging = door toxines van bacterien
2) infectieuze diarree
in NL:
- Viraal: rota/norovirus
- Bact: campylobacter jejuni, salmonella, yersinia, shigella, clostridium difficile
- Parasitair: Giardia lambia, cyptosporidium parvum
in het buitenland
- virus: noro/rota
- bacterieel: ETEC (enterotoxische e.coli), salmonella, shigella, campylobacter spp, vibrio cholerae
- parasitair: Giardia lamblia, entamoeba histolytica, cryptosporidium parvum, cyclospora cayetanensis
3) pseudomembraneuze colitis: door clostridium difficile bij AB gebruik --> normale bacterie uit darmflora --> overgroei
4) begin van IBD
5) medicatie/alcohol
6) darmischemie

NB: 90% van gastro-enteritis gevallen is viraal!!!
Chronische diarree (12)
1) IBD (CU, Crohn)
2) PDS
3) paradoxale diarree bij obstipatie (parasitaire darminfecties amoeben colitis, giardiasis)
4) malabsorptie, AIDS-enteropathie, galzouten diarree
5) geneesmiddelen en additiva bij voedingsmiddelen
6) laxantia misbruik
7) metabole stoornissen: hyperthyreoidie, uremie
8) neuropathie: DM/na truncale vagectomie
9) bacteriele overgroei van de dunne darm
10) tumoren (endocrien/niet endocrien)
11) aangeboren afwijkingen
12) uitgebreide dunne darm resecties
Type parasieten (3)
1) eencellige protozoa: sporozoen, flagellaten, amoeben, apathogene cellen
2) helminthen: nematoda, cestoda, trematoda
3) ectoparasitaire geleedpotigen: insecten, teken, vlooien, wantsen
Waneer moet je denken aan een parasitaire infectie (3)?
1) reizigers (vraag naar duur en plaats van verblijf in buitenland)
2) immuungecompromitteerde pt
3) diarree > 1 week (meestal zonder bloed bijmenging)
Gardiasis
- Levenscyclus Giardia
- Diagnostiek (2)
- Beleid
- levenscyclus: cyste stadium (overlevingsvorm buiten gastheer) --> cyste oraal opgenomen, barst open in dunne darm --> vegetatieve stadium, parasiet vermeerdert zich in dunne darm en maakt ook weer cystes --> ontlasting --> besmetting nieuwe personen
- diagnostiek: TFT (triple feces test), ELISA (aantonen van specifieke antigenen)
- beleid: meestal self-limiting, maar toch vaan met AB (metronidazol) bestreden om besmetting van andere personen te voorkomen. 2-3 weken daarna opnieuw ontlasting controleren
Cryptosporidiose
- Levenscyclus
- Risicofactor
- Diagnostiek (2)
- Beleid
- levenscyclus: feco-orale besmetting --> opname van oocysten --> openen in dunne darm, sporozoieten komen vrij --> vermeerdering in epitheelcellen --> weer nieuwe cysten, die zich via feces naar andere patienten kan verspreiden
- vaker bij AIDS patienten
- diagnostiek: TFT (met microscopie) + ELISA
- beleid: AB werkt niet, meestal genezing binnen 2-4 weken, maar mogelijk ernstig beloop bij immunogecompromitteerde pt --> vocht + cellulaire afweer proberen te verbeteren
Alarmsymptomen bij diarree (6)
1) uitdrogingsverschijnselen (vooral baby's/bejaarden)
2) paradoxale diarree/overloopdiarree (colon CA)
3) rectaal bloedverlies (colon CA, heftige infectie)
4) hevige lokale buikpijn (appendicitis, diverticulitis
5) afwijkende duur/beloop/reactie op therapie
6) afvallen/ernstig ziek zijn
Anamnese bij acute diarree (12)
1) frequentie, duur van de diarree
2) consistentie, bloed, slijm etc
3) watergehalte diarree (ivm risico op dehydratie)
4) vetgehalte diarree (galweg/pancreasprobleem/coeliakie)
5) koorts: hoe lang en hoe hoog?
6) braken? aanhoudend?
7) buitenland
8) omgeving?
9) eetpatroon in de dagen voorafgaand aan diarree?
10) risicofactoren voor ernstiger verloop?
11) medicatiegebruik (diuretica, AB, etc)
12) vochtbalans, urineproductie en intake
LO bij acute diarree (3)
1) dehydratieverschijnselen: turgor (niet veelzeggend, kan voor iedereeen anders zijn), urineproductie, RR
2) abdomen: peritoneale prikkeling (drukpijn, loslaatpijn, plankharde buik = defense musculaire)
3) rectaal toucher: bleod aan handschoen, fistels = Crohn, tumoren
Chronische diarree (9) anamnese
- Begin en beloop?
- Duur?
- Fluctuaties per dag?
- Bloed/slijm? (kan duiden op IBD)
- Reisanamnese (parasieten)?
- Medicijngebruik
- VG/eerdere operaties
- Afvallen?
- Nachtzweten
LO chronische diarree
- meer gericht op oorzaak van de diarree --> milt, lever, afwijkingen vd tractus digestivus (aften in mond = Crohn)