Algemene psychologie hoofdstuk 4 het geheugen

79 cards   |   Total Attempts: 188
  

Cards In This Set

Front Back
Question 1
Het geheugen, persoonlijke reconstructie van het verleden
Answer 1
- intentioneel vs spontaan
- metafoor van de bilbiotheek
- Cognitief systeem met nauwe banden met de waarneming
- Constructief systeem dat info interpreteerd en reorganiseert
Anterograde amnesie(who are you?)
Verhaal van Henrey Molaison
- Niet meer mogelijk om informatie op te slaan
- Kan wel nog nieuwe vaardigheden aanleren (zonder te weten waarom hij dit kon)
Cognitieve vaardigheden of vermogens
De mate waarin je in staat bent om kennis en informatie op te nemen en te verwerken
Constructief systeem
Hoe constructief je geheugen is, de mogelijkheid om alles te ordenen en opnieuw 'op te roepen'
Expliciet geheugen (knowing what)(boek)
Declaratief leren (studeren, vanbuiten leren, ervaring opdoen. - Episodisch geheugen- semantisch geheugen
Question 6
Autobiografisch geheugen
Answer 6
Refereert aan de herinneringen die iemand heeft over zijn eigen leven. De persoonlijke gebeurtenissen kunnen specifieke en algemene gebeurtenissen zijn. Een specifieke persoonlijke gebeurtenis is bijvoorbeeld de eerste autorijles
Question 7
Prospectief geheugen
Answer 7
De bekwaamheid om gebeurtenissen of toekomstige afspraken te herinneren.
Question 8
Impliciet geheugen (knowing how)
Answer 8
- Procedureel leren- 'skills' fietsen, autorijden, lopen, spreken, zwemmen
Geheugeninhoud
- Expliciet/declaratief geheugen (knowing what)- impliciet/none-declaratief geheugen (knowing how)
Episodisch geheugen
Gebonden aan tijd en plaats- autobiografisch geheugen (plaats)- prospectief (tijd)
Semantisch geheugen
Feiten begrippenbetekenissen
Verschil episodisch en semantisch geheugen
In het episodisch geheugen wordt informatie over gebeurtenissen opgeslagen. n het semantisch geheugen wordt daarentegen informatie over feiten, begrippen en betekenissen weggestopt.
Buffers (voor we iets blijvend kunnen opslaan in het geheugen)
- zintuigelijke geheugen (via functioneel spoor naar->)- kortetermijnsgeheugen
(Via structureel spoor naar->)- langetermijnsgeheugen overgang van informatie
Zintuigelijke geheugen (sensorische geheugen)
Geheugen voor recente zintuiglijke indrukken. Het heeft een grote capaciteit, maar een zeer korte duur. Iconisch: beeld -+ 1 secondeEchoisch: geluid +- 3 secondeTactiel reageren-+ 2 elementen-+ 20 seconden -> vuilnisbak oneindige latentieperiode (proef van Sperling, nummers met geluid)
Kortetermijngeheugen of werkgeheugen
Informatie van zintuigelijk geheugen kan worden opgeslagen in kortetermijngeheugen. (functioneel spoor) - ons nu bewust zijn- 20 seconden